Leisure en retail bij vastgoedontwikkelingen: vriend of vijand?

De markt roept steeds meer om een vervlechting van de functies retail en leisure. De laatste decennia rollen in Nederland overheid en middenstand echter regelmatig over elkaar als het gaat over het vestigen van gecombineerde projecten. In toenemende mate worden retail en leisure met elkaar gecombineerd, omdat overheden de komst van leisurevoorzieningen toejuichen en ontwikkelaars retailvoorzieningen als kostendrager toevoegen. Tevens neemt de roep om perifere locaties toe. Dit komt met name door de hoge grondprijzen in de binnenstedelijke gebieden. Deze perifere vestigingen leveren in de meeste gevallen echter behoorlijke weerstand op vanuit de zittende ondernemers in de binnenstad. Zij vrezen oneigenlijke concurrentie door lagere huisvestingslasten en parkeerkosten op dergelijke locaties. De vraag is derhalve op welke wijze retail- en leisurefuncties gecombineerd kunnen worden, zodat sprake is van optimaal economisch functioneren van het project zelf en de stedelijke omgeving waarvan het project deel uitmaakt. Een goed functionerende locatie moet immers niet alleen bijdragen aan een redelijk rendement voor beleggers, maar ook aan een goede stedelijke economie. Om dit inzichtelijk te maken, is een beslissingsmodel ontwikkeld dat binnen een gemeente op een hoog abstractieniveau ondersteuning geeft bij de wijze waarop een combinatie van retail en leisure tot stand zou moeten komen. Daarbij is met name gekeken naar het economisch functioneren, dat inzichtelijk is gemaakt aan de hand van het begrip synergie. Hierbij kan een splitsing worden gemaakt naar functie- en locatiesynergie. Functiesynergie geeft aan of een relatie aanwezig is tussen de onderdelen op projectniveau. Locatiesynergie laat zien of er samenhang is tussen verschillende locaties. Bepalende factoren voor het economisch functioneren die daarbij genoemd kunnen worden, zijn de branchering en schaalgrootte.